Achtergrond van Jimmy Groen

Toen ik rond mijn twintigste jeugdzorg verliet met blijvend fysiek en psychisch letsel wist ik dat ik een complex en zwaar leven zou hebben en dat ik eigenlijk nooit meer echt in de samenleving zou kunnen functioneren. Immers, ik had vanwege gedwongen opgroeien in sociaal isolement onder extreem gewelddadige  omstandigheden waarin mijn oorspronkelijk gender (mannelijk, jongen) werd vernietigd en het nooit hebben mogen volgen van een geschikte opleiding weinig tot geen kans van slagen. De laatste jaren van jeugdzorg leefde ik in het bos en dakloos op straat en in de "Hel van Hoog Catharijne". 

Van het leven  wist ik vrijwel niets, mijn creativiteit was met geweld bestreden en ik stond voor alles volledig alleen. De Nederlandse overheidsinstellingen toonden bijzonder veel vijandschap en beschermden de verantwoordelijke pleegouders en jeugdzorginstelling en hebben opzettelijk decennialang mijn zaak voor het publiek verborgen door geen recht te willen laten plaatsvinden.  Toch lukte het mij nog om later vrijwilligerswerk te gaan doen, zowel in waterkwaliteit als de archeologie.

Dáár lag  echter  niet mijn hart: dat bleek in de kunst te liggen. Creativiteit bleek bovendien een middel tot verwerking en verbeelding, juist omdat over zoveel nooit gesproken kon en kan worden; omdat zoveel officieel niet bestond.

Toen ik in 1992 begon met tekenen en schilderen, kon ik alleen maar portretten maken van baby's en peuters, misschien het directe gevolg van wat mij in 1988 door een psycholoog in de Helper Haven in Groningen werd verteld: in de jaren'60 kregen kleine kinderen in het kindertehuis een vorm therapie. En voor mij was dat tussen mijn derde en vierde jaar een vorm van "babytherapie' geweest.

Er volgden vanaf 1992 lange perioden waarin  ik vele werken maakte, misschien wel als zoektocht naar mij gefragmenteerde zelf. Werken werden gemaakt en vernietigd en veel werk bleek ongeschikt om ooit publiekelijk te tonen. In 2002 werden uiteindelijk ongeveer 450 olieverfschilderijen en pasteltekeningen vernietigd. 

Vanaf 2004 maakte ik vooral weefwerken, en vormen van natuurkunst, prehistorische gereedschappen... en een eerste zelfportret van een jongen van zeven. Dat was ik, en dit markeerde mijn eerste werk dat gesigneerd werd met "Jimmy". Mijn nieuwe naam markeerde een nieuwe periode, zowel creatief als in de opbouw van gender en identiteit na pleegzorg.  

De jaren erna experimenteerde ik met allerlei technieken, maakte 3D objecten en glasmozaïek sculpturen en tekende in manga- ja, Manga mag!  Nog altijd lukte het mij echter niet om volwassen personen te tekenen en mijn portretten bestonden vrijwel altijd uit jongens. 

Mijn creatieve reis begint feitelijk pas echt toen ik in 2020 begon met tekeningen te maken als vorm van verwerking van mijn verleden en het verbeelden van innerlijke gevoel, waarvan slechts een deel geschikt bleek om publiekelijk te tonen.

Tussen 2020 en 2023, parallel met mijn verbondenheid met het atelier Fantastike te Maastricht vormden zich in mijn 'identiteit restauratie atelier' vele tientallen portretten van jonge jongens rond queer identiteit en gender, gebaseerd op persoonlijke ervaringen en hedendaagse verhalen. Mijn ervaringen uit het verleden, gericht op het vernietigen van mijn oorspronkelijke gender bleken te zijn ingehaald in het heden, waardoor ze ongeldig waren: mijn verhaal werd vanwege de acceptatie van  transgender issues - ook voor kinderen-  ineens nergens begrepen en voor enige hulp of steun kon ik sowieso nergens terecht.

Mijn onbekende genderidentiteit na mijn jeugd werd tot 2023 ook vanuit de LHBTI gemeenschap op zijn zachts gezegd niet warm ontvangen, integendeel juist veelal geminacht,  afgewezen, veroordeeld en zelfs werd ik, met ernstige doodsbedreigingen bejegend. 

Vanaf 2024 begint langzaam een ommekeer. Mijn onder pseudoniem gepubliceerde boeken omtrent institutioneel geweld en sociaal onrecht  en het leven met complexe gevolgen worden nauwelijks gelezen, en in de kunstwereld wil niemand iets weten van wat extreme omstandigheden in jeugdzorg met een kind doet.

Wel was inmiddels( (2018 en 2019)  door zowel de overheid als betrokken instellingen volledige erkenning en excuses  gekomen, maar voor mij, te meer  doordat opzettelijk nooit enig recht was geschied en de extreme minachting (en het geweld)  vanuit overheidsinstellingen  dat ik keer op keer heb ervaren, was dit alles veel te laat.  

Ik besloot een nieuwe weg in te gaan: ik ontdekte het  tekenen in de natuur en maakte series rond de rivier de Maas,  en kreeg plezier in het maken van landschappen.  Aquarelleren van landschap werd sterk beïnvloed door de Hongaarse aquarel schilder Joszef Rakosi.  Ik richtte mij op onderwerpen, waarvan ik mij afvroeg: zou ik dit als kind leuk hebben gevonden? In die zin is creatief bezig zijn voor mij ook een ontdekkingsreis naar te zien wie ik als kind eigenlijk zou zijn  geweest.

Het werd uiteindelijk de natuur, waarbij veel tekeningen ook gemaakt werden vanuit een mix van leeftijd en identiteit, zoals de werken van Tim en Alex en die van de 11 jarige Jimmy, Jimmy11.

Voor een deel werk ik nu in multimedia (video, teksten, beelden  in mixed media) en in aquarel. Mijn creatieve reis wordt vervolgd, maar is een onbekend pad: alles wat  nu wordt gemaakt komt op de collectie van ca 2500 tekeningen die er nu al is. 

Identiteit restauratie atelier, 2023

Met het Fantastike atelier beschilderde ik het paard De Sphelinx , in opdracht van burgemeester Penn- Testrake van Maastricht.